Lang leve de lente!

“Ik hou van roze. Heel erg. Jij ook!?”

Ze staat voor mijn lijntje met oorbellen.

Wijst met haar achtjarige vingers naar een stel lange blinkers.“Wat een mooie!”

Roze. Hóe kom ik er ook alweer aan? Waar droeg ik ze bij?

“Mama vindt lange oorbellen ordinair.”

“O. Wat is dat dan? Ordinair.”

“Dat ze lange oorbellen bij mij lelijk vindt staan. Dan zegt ze: Dat is ordinair.”

“O.”

Ze kijkt verlangend. Raakt ze aan.

Haalt ze voorzichtig van het lijntje. “Mag ik …?”

’t Is even prutsen.

Zie dat mama gelijk heeft.

Stralend kijkt ze in de spiegel.

“Oh. Mooi.

Later word ik prinses.”

“Natuurlijk. Dat kan.”

“Dan doe ik altijd lange roze oorbellen in.”

De oorbellen raken bijna haar schouders.

“Dit zijn grote mensen oorbellen. Meer voor tantes. Ik denk dat je prins deze ook ordinair vindt.”

Ik zie een zweem van teleurstelling.

“Weet je wat, we gaan kinderoorbellen kopen. Kom, we gaan naar Malden.

Ze draait aan het rek. Kan niet besluiten.

’t Is voorjaarsvakantie. ‘k Heb alle tijd. Zij ook.

Het worden roze hartjes.

Na betaling doen we ze gelijk in en lopen nog even door de winkel.

Bij iedere spiegel stopt ze. Kijkt. Is tevreden.

 

Ze huppelt de winkel uit.

Vanaf de achteruitkijkspiegel zie ik haar zitten. Onze ogen treffen elkaar.

“Ik vind, dat je er prachtig uitziet met deze oorbellen. Je lijkt nu al een prinses.”

Ze lacht blij en zegt:

“Omdat ik jou lief vind heb ik hartjes genomen.”

Mooier kan voor mij de lente niet beginnen!

 

Deze tekst staat in Dorps nummer zes .Lentenummer. Dorps is een uitgave van Studio Braaf, Patricia Rehe Molenhoek. www.studiobraaf.nl

 

Share Button

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *