Fien. Zorgvilla

Fien woont sinds een tijdje in een luxe particuliere zorgvilla. Op internet krijgt de villa een waardering van 9.2. Ruime woonkamer met keukenblok, slaapkamer, logeerkamer en kantoortje. Op het balkon is plaats voor twee stoelen. Je loopt er niet gewoon naar binnen, je betreedt het pand. Tenminste, dat lees ik op de site. En eerlijk gezegd, zo voelde het ook toen ik de eerste keren binnenkwam. Jeetje, wat lijkt Fien nog meer fragiel in dit grote huis. In de zorgvilla wordt vooral veel geluisterd naar de wensen van de bewoners, staat in de folder. Dus veel slapen mag. Fien slaapt graag uit, en dan na het ontbijt, weer in. “Mevrouw ligt misschien op bed, zegt de zorgmevrouw die de voordeur opent.” We vertellen dat dat voor ons niet uitmaakt. We kennen Fien in pyjama. Thuis liep ze er dagen in rond. Moesten we haar pressen om haar ochtendjas, die ook middag- en avondjas werd en te vies om beet te pakken, in de was te doen. We lopen mee met de mevrouw, die een sleutel heeft van haar appartement en haar wakker maakt. Als een baby ligt ze in haar grote bed. “Bezoek? Wat leuk!” Ze is oprecht blij. De zorgmevrouw kroelt even met haar. Dat is mooi om te zien, want bij onze eerste bezoeken aan de luxe zorgvilla vroegen wij ons oprecht af of dit wel de beste plek was voor Fien. “Fien is een beetje moe,” zegt de zorgmevrouw, terwijl ze Fien met zorg in de kleren helpt. “Nou, dat valt wel mee hoor,” lacht Fien. “Een beetje, dat komt omdat ik gisteren verhuisd ben. Dat is een gesjouw hoor, al die zware dozen. En het komt ook omdat mijn zusje gisteren is gestorven. Dat grijpt mij natuurlijk aan. Het was mijn liefste zusje.”
Wij zeggen, wat we al jaren zeggen: “Och Fien, wat verdrietig.”
De verzorgmevrouw gaat weg. Zegt dat Fien kan bellen als wij iets nodig hebben. Maar waar is de polsbel? We zoeken. In haar bed, in het nachtkastje, de badkamer. Halen samen haar boodschappentas leeg die ze steeds bij zich draagt: Zilveren theelepeltjes, bossen met sleutels, mooie bh’s en sieradendoosjes gevuld met goud en zilver. “Nee, dat mag niet in de kast, want dan nemen ze het mee.” Ze vertelt van een meneer, die tegenover haar woont, die was zonder kloppen bij haar binnengelopen. “Daar ben ik niet van gediend, stel je voor dat hij iets meeneemt. ik denk dat hij dement is, Ik gelukkig niet!”

Share Button

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *