Durf te ontspullen
Moeder is blij met appartement met zorgmogelijkheden. Kamer met keukenblok, aparte slaapkamer en royale badkamer. Leuk uitzicht. In overleg met haar kinderen wordt het ingericht met de spullen van thuis. Vanaf dag één is haar nieuwe huis haar thuis en kan het huis, waarin ze meer dan vijfendertig jaar met plezier woonde, in de verkoop. Makelaar komt. ‘Huis moet leeg.’ Dat is sneller gezegd dan gedaan. Moeder is niet in staat om actief mee te helpen maar we betrekken haar zoveel mogelijk bij dit project. Want dat is het! Wat een spullen. Wat een papieren. Kásten vol!
‘Het zijn maar spullen. Wég ermee!’ Zeggen de zussen.
‘Mama heeft ze zo lang bewaard,’ sputter ik tegen.
‘Dat had ze nou juist niet moeten doen!’
Weken duurt het om orde op zaken te stellen.
Kringloop wordt gebeld. “We komen eerst kijken en we nemen niet zomaar alles mee,’ zegt de meneer. ‘Deze eiken kasten, die raken we niet meer kwijt.’ Tja. De bijl erin. In de open haard. Dat is nog het minste, maar wat moeten we met al die spullen ín die kast! En met de spullen in de kast op de slaapkamer, logeerkamer, naaikamer, op de zolder. Wie gaat al die boeken lezen? Kasten vol met hebbedingen. Goedbedoelde souvenirs gekregen van kinderen en kleinkinderen. Allemaal bewaard. In de garage, eiken kast uit 1972 vol bloempotten en vazen. Bewaard voor de Kringloop. (Behalve die kast dan.) Ik word er triest van. ‘Wil jij het allemaal meenemen dan?’ Nee. Niet.
Ik neem mij voor: Ik ga ontspullen. Ik hoop dat ik er het lef voor heb.