“Op jouw advies die alcoholtest gedaan. Lekker ding ben jij! Joh, daar ben ik van geschrokken. Jij zei: ‘Eerlijk invullen.’ Dat heb ik gedaan! Maar zo erg als die test denkt dat het is, is het helemaal niet! Ik voel mij prima en functioneer normaal. Wacht, ik zal het voorlezen.
‘Hoog risico Je bent mogelijk verslaafd aan alcohol. Misschien hou je het allemaal nog wel in de hand, maar je leven staat voor een te groot deel in het teken van drank. We adviseren je in gesprek te gaan met een deskundige. Die kan je helpen bepalen wat de beste behandeling voor je is. En we raden je echt aan dat te doen! Misschien is de uitkomst van het gesprek wel positiever dan de uitslag van de test doet vermoeden, maar neem alsjeblieft geen risico’s.’
Nou ja!! Natuurlijk is het positiever! Hoezo staat mijn leven in het teken van drank?! Ik neem helemaal geen risico’s. Verslaafd? Bij het koken nemen we een wijntje. Ja, twee meestal. En dan ’s avonds nog twee. Valt wel mee, toch? Dat doen jullie toch ook? Jij hebt die test ook gedaan. Wat was jouw uitslag?”
Oeps! Hier stuit ik dan op wat ik de afgelopen weken steeds om mij heen merk, dat hardop zeggen hoeveel glazen alcohol je drinkt op één dag inderdaad niet gemakkelijk is. Behalve als je echt zelden alcohol drinkt. Vertellen dat je minstens vier glazen met alcohol op een dag drinkt, in het weekend zomaar vijf, of zes, geeft een soort van gene. Bij mij ook!
Ik heb dezelfde uitslag als Vriendin. Heb de test nog eens gedaan, want ook ik dacht: “Dit kan niet waar zijn.” Toch wel! Ook ik ben van mening dat het allemaal wel meevalt. “Die paar glaasjes.”
We sussen.
“Natuurlijk zijn we niet verslaafd.”
“Natuurlijk niet!”