Leven is Lef: Blijven investeren!
“Dat ik na het verlies van Harry nog weer zo blij kon zijn, dat had ik nooit gedacht en ook niet dat ik nog zo graag leef. Ik hoop heel oud te worden.” Ze kijkt me vrolijk aan. “Truus, je bént al oud.” We lachen erom. Ik praat met Truus Weijs uit Plasmolen over leven en lef. Over doorgaan en over dat je de kwaliteit van je leven moet blijven bewaken. De voorjaarsschilder is net weg; binnen en buiten alles opnieuw in de verf. “Nu kan het er weer een tijdje tegen.” Truus is op weg naar 88. Vier jaar geleden is haar man gestorven. Het gemis is er nog iedere dag, maar haar leven wordt daar niet meer dagelijks door beheerst, wel steekt ze iedere dag een kaarsje aan naast zijn foto. En ze heeft er steun aan om regelmatig naar zijn graf te gaan. Een enkele keer gaat ze lopend, met de rollator. “Dààr is lef voor nodig,” zegt ze lachend, om met een rollator de straat op te gaan! Ja, naar Middelaar lopen is voor mij ondertussen best een fikse wandeling, maar gelukkig heb ik de auto!” Ruim drie jaar geleden kreeg Truus een herseninfarct. Met veel steun en hulp van de kinderen werd aan haar revalidatie gewerkt. Autorijden leek van de baan. Zo niet bij Truus. Iedere dag maakt ze een ritje “Ik rijd zo graag auto. Nee, die kan ik niet missen!” Ze gaat ermee naar de gym en ook wekelijks naar de kerk en iedere woensdag naar de Koppel in Middelaar om gezellig met andere senioren te eten. Met plezier woont ze in het huis dat zij en haar man zestig jaar geleden lieten bouwen. Kleine en grote aanpassingen om de kwaliteit van leven te bewaken zijn gedaan. Er is een traplift geplaatst, ze heeft wekelijks huishoudelijke hulp en als het nodig is krijgt ze hulp in de tuin. Dagelijks komt er iemand van de thuiszorg helpen met de medicatie. “Dat vonden de kinderen beter en ik vind het ook wel gezellig dat er iemand komt. Ik heb fijne kinderen, ook fijne buren en sinds kort ga ik, met een mevrouw van de buurthulp, wekelijks een uurtje winkelen in Gennep of in Groesbeek.” Ze zegt het nog eens: “Ik leef heel graag.”