Door de jaren heen, zag ik ze zo nu en dan in de kerk. De blanke vader, donkere moeder en de vier kinderen in een mooie melkchocoladetint. Een paar jaar geleden had ik een kort praatje met de vader en daardoor wist ik dat ze in Ghana wonen en regelmatig naar Groesbeek komen.
Afgelopen september zag ik ze weer. Wat waren de kinderen groot geworden! En wat luisterde ze aandachtig. Michelle, het grootste meisje maakte aantekeningen in een schrift. Ze zong mee, las mee en tijdens gebeden sloot ze haar ogen. Na de dienst maakten we een praatje en ik zei dat ik haar aandacht in de dienst en dat van haar zusje en broers bijzonder vond. Michelle vertelde dat als je aantekeningen maakt je beter naar de preek luistert en de preek beter onthoudt.“En lees je die aantekeningen dan ook na?” “Nee…, niet altijd. Soms wel.” Ze vertelde ook dat ze thuis onderwijs krijgt van haar moeder. Haar zusje en broertjes ook.
“Wil je daarover vertellen?” Dat wil ze! En zo zaten we op zondag 8 oktober na de kerkdienst, met de hele familie aan tafel en hadden een vrolijk gesprek.
Van rechts naar links: Selma. Johnathan, Mabel, David, Timothy en Michelle. Marijke Bleeker maakte de foto.
“Ik vind jullie wel bijzonder.” Zes lachende gezichten. “Bijzonder?” Moeder Mabel, vrolijk en met blauwe vlechten: “Vind je ons een gekke familie?” “Een beetje…” We lachen erom. “Bijzonder hoe jullie leven en doen. Onderwijs thuis, zelfstudie, kerkdienst thuis, studeren in het buitenland, veel reizen.”
“Voor ons is wat wij doen gewoon.” Er ontspint zich een leuk gesprek, maar misschien doordat we het meest Nederlands spreken voelt Johnathan zich wat buitengesloten? Hij wil actief meedoen! Maar hoe doe je dat als je tien bent, de Nederlandse taal niet helemaal goed verstaat en die amper spreekt?
In het Engels: “Papa, vertel eens van dat ik geadopteerd ben.”
Michelle: “O Johnathan!”
De andere kinderen grinniken. “Dat is niet waar hoor.”
“Vertel eens.” Johnathan lacht een beetje verlegen.
Michelle: “Johnathan dat is een grapje van ons, dat weet je. Je weet dat we je daar alleen maar mee plagen, soms.” Papa lacht. Mama Mabel ook en zegt: “Johnathan laat je oorschelp zien? Kijk naar de mijne! Precies dezelfde, met dat kleine deukje erin.” Ze aait hem over de bol en zegt: “Jij bent echt mijn zoon, ons kind, dat weet je goed. Je doet een beetje gek.” Lachend naar mij; “Zie je wel, een beetje gekke familie.”
Haha, even alle aandacht voor Johnathan! Hij lacht ondeugend.
Mooi gezin
Vader David Verstraaten is geboren en getogen in Groesbeek en is de broer van Andy Verstraaten, de man van Chioma Verstraaten. Over Chioma hebt u in het zomernummer van TOV kunnen lezen.
Moeder Mabel komt uit Ghana.
Dochters: Michelle 15 jaar en Selma 13 jaar.
Zonen: Timothy 11 jaar en Johnathan 10 jaar.
Regelmatig komen ze naar Groesbeek. “Soms twee keer per jaar.” Dan wonen ze in een vakantiewoning en zijn dan ook vaak bij de moeder en andere familie van David. Sommigen van u weten het vast nog? De winkel Pievered in het dorp? Die winkel was van zijn ouders. Ruim 20 jaar geleden kwam David vanuit Groesbeek voor zijn werk in Kameroen terecht. Hij was net afgestudeerd, wilde letterlijk en figuurlijk zijn horizon verbreden en ging een nieuwe toekomst tegemoet als boekhouder in Afrika. Na 2,5 jaar veranderde David van werkgever en kreeg een nieuwe baan in Ghana.
“Papa vertel eens van hoe jij en mama elkaar toen hebben ontmoet?”
David: “Wij zaten in hetzelfde vliegtuig. Ja, naast elkaar. Ik had een week doorgebracht in Ghana bij mijn nieuwe werkgever om ingewerkt te worden. Na die week was ik op weg terug van Ghana naar Kameroen om mijn werk daar af te ronden. Mabel was op weg van Ghana naar Kenia voor een schoolproject. Na een tijdje ging zij met iemand anders praten. Wég was ze! Maar in Lagos moesten we allebei overstappen, toen zag ik haar weer. Omdat onze vlucht vanuit Ghana vertraagd was, waren onze aansluitende vluchten vertrokken! Daar stonden we. Zo kwamen wij weer met elkaar in gesprek.”
Ook de kinderen vinden het leuk weer te horen hoe hun ouders elkaar ontdekten.
“En toen?” David Lachend: “Twee dagen duurde het oponthoud in Lagos. En zo is het gekomen.” David en Mabel werden verliefd, wisselden telefoonnummers en adressen uit en nu zit de hele familie hier aan tafel in de kerk! Morgen vertrekken ze, na een maand Nederland, weer naar Ghana.
“Wat wij thuis gaan missen?” Daar zijn het alle kinderen het snel over eens. “Hagelslag!” “Er gaan voorraden mee?” “Nee, want als wij dan weer hier zijn, vinden we dat dan weer extra lekker.”
Michelle spreekt en verstaat goed Nederlands. Dat komt ook omdat de familie drie en een half jaar in Nederland, in Tegelen, heeft gewoond en zij en Selma daar naar school zijn geweest. Haar broertjes kunnen wel Nederlands verstaan, maar niet gemakkelijk spreken. Mabel onderwijst haar kinderen thuis. Enthousiast: “Ja, dat gaat heel goed!” Dat vinden de kinderen ook! Daarnaast studeert zij zelf psychotherapie. Een opleiding van vier jaar. “Zo’n zes keer per jaar ga ik daarvoor twee weken naar Londen. Twee jaar zijn al voorbij! Ja ja, mijn studie gaat ook goed.”
“Wij leren veel van mama. En ook van papa. Ja, dat is leuk. Nee, we hebben geen vaste lestijden.” Mabel bevestigt dat vrolijk: “O nee. Soms zijn de lessen pas in de avond. Dan vertel ik ze bijvoorbeeld over een bat die laag overvliegt. Hoe noem je die ook al weer in het Nederlands? O ja! Een vleermuis! En dan vraag ik of ze de volgende dag een vleermuis willen tekenen en informatie over vleermuizen willen verzamelen. Hoe leven vleermuizen? Wat eten ze? In welke landen komen ze voor? En als ze dan alle opdrachtjes hebben gedaan, dan praten we daar met elkaar over. Maar als we overdag naar de markt gaan, dan leren we ook! Dan vertel ik ze over de groenten en de vis die we kopen en we rekenen. Ze leren van de dingen van het leven en zoeken veel op via internet. En ze leren ook van elkaar. Alle onderwerpen lopen door elkaar en ieder kind pikt er van op.” Met een stralende lach: “Van alledaagse dingen kan je veel van leren hoor.” Trots: “Michelle slaagde royaal voor Level A, vwo-niveau, Engelse variant. Volgend jaar gaat zij naar de universiteit. Dit jaar is zij ‘vrij’ om haar zusje en broertjes te helpen met hun school en ook om wat andere projecten te doen zoals het schrijven van verhalen.”
Ghana ligt in West-Afrika. Het land heeft een oppervlakte ongeveer gelijk aan 6 x Nederland en het grenst aan Burkina Faso, Ivoorkust en Togo. Het klimaat is tropisch met een gemiddelde temperatuur van 30 graden Celsius. De kustlijn is 539 kilometer en volgens Wikipedia wonen er in Ghana, telling 2016, 26.908.262 inwoners. Ghana heeft veel natuurlijke rijkdommen: goud, aardolie, cacao, hout, industriediamant, mangaan, bauxiet, vis, rubber, palmolie, en waterkracht.
Engels is de officiële taal en daarnaast bestaan er tientallen verschillende inheemse talen. In de directe woonomgeving van de familie Verstraaten worden verschillende stammentalen gesproken die de kinderen niet beheersen. Daarom krijgen zij de lessen thuis en hebben daardoor weinig vriendjes in de buurt. “Maar die hebben we wel hoor! We gaan ieder jaar een week op zomerkamp met kinderen van de kerk. Dat is erg leuk.”
Jullie gaan in Ghana ook naar de kerk? Michelle: “Soms. Als de dienst in het Engels is. Meestal houden wij de kerkdienst thuis. Maar mama gaat soms wel naar de lokale kerk waar stammentaal wordt gesproken. Zij kan dat verstaan. Wij niet. Papa ook niet. Papa luistert soms naar een dienst via Internet en dan houd ik met mijn zusje en broertje een kerkdienst. We zingen, bidden en lezen uit de bijbel en praten daarover.” Michelle laat zich inspireren door het bijbelstudieboek On the way. “Daarin staan ook opdrachtjes die we dan samen doen.” “Je zusje en broertjes doen mee zonder te morren?” “Ja hoor! Onze viering duurt ongeveer een uur.” “En dat doen jullie iedere zondag?” Dat doen ze!
David: “Van huis uit ben ik katholiek. Door mijn vrouw ben ik het geloof anders gaan beleven. Als we in Groesbeek zijn, vinden we het allemaal leuk om hier de kerkdienst te bezoeken.”
“En hoe vieren jullie kerst?” Ook dat doen ze thuis en dan maken daar ook een studieproject van. “Vorig jaar maakten we een kerst ABC. Bij iedere letter van het alfabet moesten we een woord zoeken dat te maken had met kerst. Bijvoorbeeld, bij de A, het woord Angel. (Engel). En dan moesten wij via internet alles opzoeken over engelen. En zo met alle letters. Ja, dat was leuk. Met kerst geven we elkaar cadeautjes. Dan maken we iets voor elkaar, we haken of knutselen iets en we maken kerstkaarten.”
Vanuit Ghana krijgt u de groeten van de familie Verstraaten en wensen zij u een plezierige kerstfeest en vrolijk Oud en Nieuw.
Tot ziens in 2018!
Geschreven voor decembernummer TOV Mirjám, maandblad van de protestantse gemeente Groesbeek