THEA KERSTEN. BLIKKEN
“Deze! Dit blik van Douwe Egberts is mij het meest dierbaar. Dit blik stond bij ons thuis op zolder. Altijd. Zo lang ik mij kon herinneringen. We woonden in de Elzenstraat in Middelaar. “Mam, mag ik dit blik?” Hoe vaak ik het ook vroeg, ik mocht het niet hebben. Mijn ouders gingen verhuizen naar een kleinere woning, het blik verhuisde mee. Weer vroeg ik erom. “Misschien wil een van de andere kinderen het ook wel,” zei m’n moeder. Járen gingen voorbij. Ik vroeg er niet meer om. Op enig moment was er een rommelmarkt in Middelaar. Op zolder van mijn ouders stonden genoeg spullen die naar de markt konden. Moeder vroeg mij en m’n zus om haar te helpen. Daar stond ‘mijn’ blik! “Mam, dat blik, dat mag toch wel naar Thea?” zei m’n zus. Ze vond het goed. Wat was ik blij! Nee, ik heb niet gevraagd waarom ik dat blik niet eerder mocht meenemen. Vrolijk ging ik naar huis en mijn moeder ging haar middagdutje doen. Het blik gaf ik meteen een mooie plek. Na een poosje ging de telefoon… Moeder was tijdens haar slaap gestorven.” Nog steeds is het een emotionele herinnering. “Ik vraag me weleens af, zou ze het aangevoeld hebben dat ze die dag ging sterven?”
Meer dan 800 blikken staan rondom dat antieke Douwe Egberts koffieblik. In de kelder. In alle soorten en maten. Je kijkt je ogen uit. Alles glanst. Voor iedere generatie is er een blik van herkenning. Alle categorieën staan keurig bij elkaar. Beschuitblikken, schoenpoetsblikjes, sigarenblikken, wie kent ze nog? Blikken voor koekjes, snoepjes, koffie, thee en chocolade. Zwitsal babypoeder, blikken met en zonder merk. Ronde, ovale, vierkante en driehoekige. Één keer per jaar krijgen ze allemaal een wasbeurt en worden ze opnieuw geschikt. Soort bij soort. Tussendoor wordt er gestoft. “Ik kan er zo blij van worden, het verveelt nooit. Ik zie de collectie een paar keer per dag, want hierachter is de provisiekelder en altijd vind ik het leuk om de blikken te zien.”
Thea Kersten uit Middelaar, 56 jaar, moeder van twee volwassen zonen, Roy en Kenny, krijgt via allerlei kanalen nieuwe blikken aangeleverd. Een goede kennis van haar uit Molenhoek, Vera van Bommel, spaart voor haar mee! “Kijk, deze heb ik van Vera, een bijzondere uit Libanon. En deze komt uit China, die heeft m’n neef voor me meegebracht. Soms kom ik op een rommelmarkt en kan ik het niet laten om er dan een te kopen, dat doe ik niet vaak, de meesten heb ik gekregen. Ja, ook van mensen hier uit het dorp. Dubbele ruil ik met een collega, die spaart ook blikken.”
Toen ik in Molenhoek woonde ben ik ermee begonnen, zo’n dertig jaar geleden. Ik zette ze bovenop de keukenkastjes. Dat stond gezellig. Hier kon dat niet.” Thea gaat er graag nog jaren mee door. Haar huis in Middelaar is helemaal onderkelderd. “Er is ruimte genoeg.”
Dat is er zeker! Er is een deur naar een andere kamer…
JACK KERSTEN – SPIEGELS
Alsof het de normaalste zaak is, twee grote verzamelingen onder één dak, zegt Thea: “Daar hangt de verzameling van m’n man, Jack spaart reclamespiegels.”
“Mag ik kijken?”
Ik geloof m’n ogen niet. Zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien! Hele grote en kleine, allemaal in een houten lijst. Van onder tot boven hangen de wanden vol.
Het kost enige overredingskracht om Jack Kersten, die in de tuin aan het werk is, te overreden om over zijn verzameling te vertellen.
“Deze ruimte werd vroeger gebruikt als speelkamer voor de kinderen. Later heb ik er een bar in gebouwd en de flipperkasten erin gezet. We komen hier graag. Ik draai hier ook graag een plaatje. Kijk, ik verzamel ook elpees en singeltjes. Ik vind al m’n spiegels prachtig, ze geven me een goed gevoel. Het komt eigenlijk door de ruimten die we hebben, dat ik ben doorgegaan met spiegels verzamelen. Er hangen er nu 120 en bij iedere spiegel hoort een verhaal. In de jaren 70 waren die spiegels erg in de mode. Ik heb goede herinneringen aan die jaren. Alles uit de jaren eind 60 en 70 van de vorige eeuw boeit mij.”
De meeste spiegels heeft Jack op de kop getikt op rommelmarkten en braderieën en ook voor hem wordt mee verzameld door familie. Als er wordt gekocht, dan mogen ze niet meer kosten dan tien euro. “Er hangt er één die duurder is, deze, met een klok erin. Die doet het nog. We waren in Lommel, in België, met vakantie. Zie ik in het cafetaria van de camping, hoog in de nok, deze spiegel hangen. ‘Die wil ik hebben!’ zei ik tegen Thea. ‘Wat kost die spiegel?’ vroeg ik aan de man achter de balie. Dat moest hij aan zijn baas gaan vragen. Hij kwam terug met een veel te hoge prijs. Hij weer terug naar de baas. En nog eens, want ik wilde niet meer dan een tientje betalen. Uiteindelijk kreeg ik hem voor € 12,50 en moest ik hem zelf van de muur halen. Moest ik dus op zoek naar een lange ladder. Dat had ik er graag voor over.
Die grote daar, die is voor ons ook bijzonder. Thea en ik gingen voor het eerst naar de Albert Cuyp in Amsterdam. Onze auto stond behoorlijk ver van de markt geparkeerd. Bij de eerste kraam zagen we deze spiegel, we waren meteen verkocht! Hij kostte maar twee euro. Er zat geen lijst omheen, maar die kon ik er zelf wel omheen maken. We spraken af, dat we de spiegel aan het einde van de dag zouden ophalen. Die wandeling terug naar de auto vergeten we nooit meer. Want hoe houd je zo’n grote zware spiegel zonder rand vast? We maakten een bedje van papieren zakdoeken in onze handen, spiegel krap onder de arm, na een paar meter had je al het gevoel dat het ging snijden in je hand. We wisselden elkaar steeds af. Pff. We waren blij toen we met een onbeschadigde spiegel en hele handen bij de auto waren! En nu hangt hij alweer jaren hier. Mooi hè?”
Tekst: Gerie van der Land-Zijderveld
Geschreven in opdracht van Craanen Communicatie Malden voor magazine Topic gemeente Heumen en Middelaar, zomer 2015